Doorgaan naar de website
OCLC Support

Micromaterialen

Micromaterialen

In januari 2009 zijn er nieuwe richtlijnen verschenen voor het beschrijven van reproducties (Reproducties - Algemene inleiding). Bij nieuwe invoer van micromaterialen wordt geadviseerd om deze nieuwe richtlijnen te volgen en op de eerste positie van kmc 0500 'E' te gebruiken. Er bestaat echter geen verplichting tot het omwerken van bestaande records waarin op de 1e positie 'A' staat, maar het is wel toegestaan. Hieronder staan dus de 'oude' richtlijnen.

Micromaterialen worden verwerkt volgens de regels die gelden voor de oorspronkelijke informatiedrager.

Op algemeen niveau wordt geen melding gemaakt van het feit dat het om een microvorm gaat. Deze melding wordt geplaatst op het exemplaarniveau. De reden van deze aanpak is dat microvormen in wezen alleen maar een andere informatiedrager zijn voor iets wat oorspronkelijk in gedrukte of geschreven vorm is gecreëerd. Bij de formele beschrijving wordt binnen Pica het aspect van het informatiemedium, omwille van het principe van shared-cataloguing, op exemplaarniveau verantwoord.

Verdere aanwijzingen:

  • Kmc 4060, 4061 en 4062 bevat "boekgegevens" van het origineel voor zover bekend.
  • Bij manuscripten dient een aanduiding te worden gebruikt waaruit valt op te maken dat het om een manuscript gaat.

 

Voorbeeld:

4209 Manuscript
  • De naam en plaats van de producent van het micromateriaal (voor zover bekend) wordt op exemplaarniveau vermeld.

 

Echter, bij micromaterialen, zoals de uitgaven van University Microfilms, waarvan mag worden aangenomen dat de inhoud slechts in microvorm (in Nederland) zal verschijnen, mag de producent van het micromateriaal worden vermeld in kmc 4045 op algemeen niveau.

  • Aanduidingen als "Microfiche" e.d. moeten altijd op exemplaarniveau worden ondergebracht (kmc's 4820 of 4821)
  • Kmc 4860 wordt gebruikt voor vermelding van de specifieke gegevens van het micromateriaal, waarbij het voldoende is een vermelding te geven als "1 microfiche, pos.". Kmc 4860 verdient op dit punt de voorkeur boven kmc 4801, aangezien ook bij de niet-boekmaterialen kmc 4860 wordt gebruikt voor de vermelding van de specifieke materiaalaanduiding. Gebruik van kmc 4801 wordt dan ook afgeraden.
  • Wanneer het micromateriaal is voorzien van een balktitel en deze wijkt af van de titel van het gepresenteerde "titelblad" dan wordt de balktitel in kmc 326X opgenomen met indicatoren. Eventueel kan een exemplaargebonden annotatie worden opgenomen met als inhoud: "4801 Balktitel: inhoud kmc 3261".

 

Om andere gebruikers de functie van de extra titelingang duidelijk te maken is het aan te bevelen om naast kmc 4801 in kmc 4700 een opmerking te maken over de extra zoekingang op de balktitel.

Voorbeeld: "4700 3261 i.v.m. uitgave in microfiche". Andere gebruikers kunnen eventueel deze extra ingang lokaal onderdrukken.