Algemene richtlijnen: RT/SORT Hoofdstuk 7
De groep titelingangen is een van de belangrijke elementen voor catalogusopbouw. Zoals vermeld in PAR 402-403 kent het Pica formaat vier verschillende soorten titelingangen. Deze zijn als volgt onderverdeeld:
Met secundair titelhoofdwoord wordt in deze context bedoeld: een ingang die als verwijzing (ingang zie hoofdwoord) of als verdubbeling (ingang met complete beschrijving) kan worden gebruikt.
Naast een functie als ingang hebben al deze kenmerkcodes nog een tweede functie: het leveren van een zoeksleutel voor het catalogiseersysteem. Aangezien er zich gevallen voordoen waarin een zoeksleutel in de GGC-database nuttig of noodzakelijk is, maar een ingang in de catalogus niet zinvol is, kan kmc 326X zó worden gecodeerd, dat de inhoud van deze kmc niet in de catalogus wordt gepresenteerd.
Kmc 4000 heeft tenslotte nog een derde functie: het leveren van de tekst voor het titel/auteursveld. Deze functie wordt besproken in PAR 320.
De functies die bovengenoemde kenmerkcodes vervullen bij de uitvoer van titelbeschrijvingen, zijn in eerste instantie afhankelijk van de gebruikers zelf. Enkele algemene regels zijn echter:
Een wijziging van een bestaande kmc 3210, of bij het toevoegen van een kmc 3210 aan een bestaande titel, heeft in belangrijke mate invloed op sortering en presentatie van de betreffende titel bij uitvoer.
Wanneer een dergelijke mutatie wordt uitgevoerd, is het gewenst vooraf de overige gebruikers van de titel van de voorgenomen mutatie op de hoogte te brengen.
Hoofdtitel is de inhoud van de kenmerkcode vanaf @-teken tot aan de eerste ISBD-interpunctie
Het verschil in presentatie wordt conform RT/SORT bepaald door de bij uitvoer te maken keuze tussen uitvoer als hoofdwoord of verdubbeling c.q. verwijzing.
Bij gebruik van 3210 wordt bij uitvoer altijd automatisch een verwijzing gegenereerd van 4000 naar 3210, ook als 3210 vervangen wordt door 3460.