Doorgaan naar de website
OCLC Support

Het gebruik van hoofdletters

 

Het gebruik van hoofdletters

Als uitgangpunt gelden de regels van de paragrafen 10 (RT1), en 11 (RT2) van de FOBID regels.

Voor het gebruik van hoofdletters gelden de volgende richtlijnen:

 

1. Eigen invoer Gebruik van hoofdletter (Nederlandstalig):

 

  • bij het begin van een zin;
  • bij namen van God en heilige personen of zaken;
  • namen van personen (zie voor auteursnamen de richtlijnen in <<groep IV>>);
  • volken, nationaliteiten, talen en dialecten;
  • aardrijkskundige namen en namen van wegen, pleinen, wijken enz. ;
  • samenstellingen met een naam (bijv. rapport-Donner);
  • feestdagen (samenstellingen met een kleine letter);
  • historische gebeurtenissen en (pre)historische tijdperken;
  • partijen, gezindten en stromingen;
  • bedrijven, fondsen, instellingen, stichtingen en verenigingen;
  • opleidingen;
  • merk- en type-aanduidingen;
  • openbare of bekende instanties, ministeries, raden, commissies en afdelingen ;
  • boeken, kranten en tijdschriften, behalve wanneer dit de
  • hoofdtitel zelf is: in dat geval wordt alleen het eerste woord met hoofdletter ingevoerd;
  • wetten en aanverwante teksten (alleen eerste woord);
  • titulatuur en ambtsaanduidingen;
  • afkortingen volgens het woordenboek.

 

N.b.: Bovenstaande regels zijn bedoeld voor woorden en tekst van de titelbeschrijving. Indien een bovengenoemd begrip samenvalt met de hoofdtitel geldt de normale ISBD-regel (eerste woord). Waar nodig wordt deze regel aangevuld met bovenstaande regels.

 

Voorbeeld:

4000    De @groene Amsterdammer
4000    De @Paus en zijn leven

 

Gebruik van hoofdletters bij namen van personen en corporaties wordt gedetailleerd beschreven in de richtlijnen van groep IV: Ingangen.

 

Anderstalig

In principe gelden de regels van de desbetreffende taal. Indien deze regels niet bekend zijn past men de Nederlandse regels toe.

N.b.: Zie voor meer gedetailleerde informatie:

 

Schrijfwijzer / Jan Renkema. - 3e, heheel herz. ed. - Den Haag : Sdu Uitgevers ; Antwerpen : Standaard Uitgeverij, 1995

 

2. Tape-titels

De eerste gebruiker van een tape-titel neemt de titel op het punt van de hoofdletters zonder meer over. Alleen evidente fouten worden verbeterd.